Strafrechtadvocaat nodig?
+31 (0) 6 47788013

Algemene voorwaarden

Kim Elema Strafrechtadvocaat, gevestigd te ’s-Hertogenbosch, is een eenmanszaak van mr. K. Elema en staat bij de Kamer van Koophandel ingeschreven onder KVK-nummer 92654363. In deze algemene voorwaarden wordt Kim Elema Strafrechtadvocaat aangeduid als ‘het kantoor’.

Artikel 1 | Toepasselijkheid

  1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle opdrachten die door cliënt of door een bevoegde instantie aan het kantoor zijn gegeven.
  2. Wanneer één of meerdere bepalingen in deze algemene voorwaarden op enig moment geheel of gedeeltelijk nietig blijken te zijn of vernietigd worden, dan blijft het overige dat in deze algemene voorwaarden is bepaald volledig van toepassing.
  3. De werking van de artikelen 7:404, 7:407 lid 2 en 7:409 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt uitgesloten.

Artikel 2 | Totstandkoming van de opdracht

  1. Een opdracht tot het verrichten van werkzaamheden komt tot stand wanneer cliënt het kantoor opdracht geeft voor het verlenen van rechtsbijstand en het kantoor deze opdracht schriftelijk heeft bevestigd.
  2. Een opdracht komt ook tot stand indien de Raad voor Rechtsbijstand op last van de rechtbank, het hof of het Openbaar Ministerie een toevoeging afgeeft.
  3. Cliënt ontvangt een schriftelijke bevestiging van de aanvaarding van de opdracht per brief, e-mail of schriftelijk telefonische communicatiedienst.

Artikel 3 | Uitvoering van de opdracht

  1. De uit de opdracht voortvloeiende verplichtingen – voor zowel het kantoor als voor cliënt – gelden in beginsel vanaf de schriftelijke bevestiging van de aanvaarding van opdracht door het kantoor aan cliënt.
  2. De uitvoering van een aan kantoor verleende opdracht geschiedt uitsluitend ten behoeve van cliënt. Derden kunnen aan de inhoud van de te verrichten of verrichtte werkzaamheden geen rechten ontlenen.
  3. De uitvoering van de opdracht wordt in beginsel volledig uitgevoerd door mr. K. Elema.
  4. Gedurende de uitvoering van de opdracht kan een andere advocaat een gedeelte van de werkzaamheden of de behandeling van de zaak overnemen indien sprake is van verhindering van mr. K. Elema of wanneer daar anderszins aanleiding toe is. Cliënt verklaart daartegen geen bezwaar te hebben. Cliënt wordt in dergelijke situaties schriftelijk in kennis gesteld.
  5. Indien mr. K. Elema onverhoopt gedurende lange tijd niet zelf in staat is haar werkzaamheden uit te voeren, zal haar praktijk worden waargenomen door (het kantoor van) mr. L.H. van der Grinten, advocaat te Eindhoven.

Artikel 4 | Verplichtingen cliënt

  1. Cliënt draagt er zorg voor dat alle gegevens waarvan het kantoor aangeeft dat deze noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de opdracht tijdig aan het kantoor worden verstrekt.
  2. Cliënt staat in voor de juistheid, volledigheid en betrouwbaarheid van de aan het kantoor ter beschikking gestelde gegevens en bescheiden.
  3. Indien de benodigde gegevens niet tijdig aan het kantoor worden verstrekt, kan het kantoor de uitvoering van de opdracht op te schorten.

Artikel 5 | Dossier

  1. Cliënt zal, na een daartoe schriftelijk gedaan verzoek, een afschrift van het digitale dossier ontvangen. Het dossier wordt in beginsel per e-mail verstrekt. Alleen wanneer cliënt gedetineerd is, zal een afschrift van het dossier op papier verstrekt worden.
  2. Het kantoor kan afzien van inzage in of verstrekking van het (volledige) dossier indien dit tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van het kantoor tot gevolg kan hebben.
  3. Het dossier of een deel van het dossier wordt niet aan een ander dan cliënt verstrekt.
  4. Het dossier zal tot vijf jaar na beëindiging van de werkzaamheden en sluiting van het dossier bewaard blijven.

Artikel 6 | Gesubsidieerde rechtsbijstand

  1. Het kantoor onderzoekt altijd of cliënt op grond van de Wet op de Rechtsbijstand en nadere regelgeving in aanmerking komt voor gesubsidieerde rechtsbijstand (hierna: ‘een toevoeging’).
  2. Cliënt is zich ervan bewust dat zijn gegevens worden opgevraagd bij de gemeentelijke basisadministratie en dat de aanvraag voor een toevoeging door de Raad voor Rechtsbijstand wordt getoetst op bij de Belastingdienst bekende gegevens. Cliënt is zelf verantwoordelijk voor de juistheid van deze gegevens.
  3. Indien het kantoor rechtsbijstand verleent op basis van een toevoeging is cliënt, verschotten en proceskosten uitgezonderd, enkel de door de Raad voor Rechtsbijstand vastgestelde inkomensafhankelijke eigen bijdrage verschuldigd.
  4. Indien de Raad voor Rechtsbijstand een aanvraag voor een toevoeging afwijst omdat het inkomen en/of vermogen in het peiljaar te hoog is, kan cliënt binnen zes weken na het genomen besluit de Raad voor Rechtsbijstand verzoeken een nieuw besluit te nemen op basis van de financiële gegevens in het jaar waarin de aanvraag is gedaan. Ook kan een verzoek tot peiljaarverlegging worden ingediend wanneer de Raad vaststelt dat cliënt een hoge eigen bijdrage verschuldigd is. Cliënt is zelf verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens die hij aan de Raad verstrekt.
  5. De door cliënt opgegeven schatting als bedoeld in het vierde lid kan naderhand door de Raad voor Rechtsbijstand worden gecontroleerd aan de hand van de bij de Belastingdienst bekende gegevens. Deze hercontrole kan tot gevolg hebben dat de eigen bijdrage wordt verhoogd of verlaagd of dat de toevoeging wordt ingetrokken. De Raad kan de advocaatkosten dan bij cliënt terugvorderen.
  6. Als cliënt, door ontwikkelingen in de zaak of veranderingen in zijn financiële situatie, alsnog in aanmerking komt voor een toevoeging, zal dat tussentijds worden besproken. Wanneer de financiële situatie van cliënt dusdanig wijzigt dat hij alsnog in aanmerking denkt te komen voor een toevoeging, dient hij dit zelf te melden bij het kantoor.
  7. De afgegeven toevoeging geldt voor de zaak waarvoor een toevoeging is aangevraagd. Indien cliënt voor meerdere zaken (met verschillende parket- of rolnummers) gelijktijdig op zitting dient te verschijnen, zal voor alle zaken afzonderlijk – indien de aard van de zaak zich daarvoor leent – een toevoeging worden aangevraagd bij de Raad voor Rechtsbijstand. Per toevoeging is cliënt dan de door de Raad vastgestelde inkomensafhankelijke eigen bijdrage verschuldigd.
  8. Als de Raad voor Rechtsbijstand op last van de rechtbank, het hof of het Openbaar Ministerie een toevoeging afgeeft, vraagt de Raad (eerst) geen financiële gegevens van cliënt op bij de Belastingdienst. Daardoor kan ook een toevoeging worden verstrekt als het (gezamenlijk) inkomen en/of vermogen van cliënt boven de daartoe gestelde norm is. Wanneer cliënt meerderjarig is en onherroepelijk is veroordeeld, vraagt de Raad alsnog de financiële gegevens van cliënt op. Op het moment dat het inkomen en/of vermogen in het peiljaar (twee jaar voor de afgifte van de toevoeging) boven de daartoe gestelde norm blijkt te zijn, kan de Raad de advocaatkosten terugvorderen bij cliënt. Cliënt heeft de mogelijkheid een verzoek tot peiljaarverlegging als bedoeld in het vierde lid te doen.

Artikel 7 | Honorarium en kosten

  1. Indien cliënt niet in aanmerking komt voor een toevoeging of, ondanks het feit dat cliënt wel in aanmerking komt voor een toevoeging, afgesproken wordt dat rechtsbijstand op betalende basis zal worden verleend, zal het kantoor werkzaamheden voor cliënt verrichten op basis van een uurtarief of op basis van een vaste prijsafspraak.
  2. Op voorhand zal een inschatting van de kosten gemaakt worden. Indien cliënt wordt bijgestaan op basis van het uurtarief en het kantoor voorziet dat de declaratie aanmerkelijk hoger zal uitvallen dan de aanvankelijk opgegeven schatting, dan stelt het kantoor cliënt daarvan op de hoogte.
  3. Een vaste prijsafspraak kan tussentijds in onderling overleg worden verhoogd wanneer daar onvoorziene omstandigheden aan ten grondslag liggen. Deze kan tevens worden verlaagd wanneer de vaste prijsafspraak achteraf excessief en niet redelijk blijkt te zijn.
  4. Het kantoor is gerechtigd de geldende uurtarieven per 1 januari van elk nieuw jaar aan te passen. Vanaf het tijdstip waarop de nieuwe tarieven gelden, zal ook in lopende zaken vanaf dat moment het nieuwe tarief in rekening worden gebracht.
  5. Verschotten, zoals kosten voor bijvoorbeeld de inschakeling van derden, worden in rekening gebracht bij cliënt, ook wanneer hij op basis van gesubsidieerde rechtsbijstand wordt bijgestaan.

Artikel 8 | Voorschot en declaratie

  1. Een declaratie dient binnen 14 dagen na de factuurdatum te zijn voldaan door cliënt, tenzij anders is overeengekomen.
  2. Uitstel van betaling wordt slechts in bijzondere omstandigheden verleend. Wanneer cliënt een overeengekomen betalingsregeling niet nakomt, komt deze te vervallen.
  3. Na het verstrijken van de betalingstermijn als bedoeld in het eerste lid of bij het niet nakomen van een overeengekomen betalingsregeling als bedoeld in het tweede lid is cliënt van rechtswege in verzuim en heeft het kantoor het recht om de wettelijke rente in rekening te brengen alsmede alle te maken kosten voor de inning van de declaratie(s).
  4. Het kantoor kan een voorschot op de eigen bijdrage, het honorarium of de verschotten verlangen.
  5. Bij gebrek aan betaling van een voorschot of wanneer cliënt verzuimt (een) declaratie(s) te voldoen, kan het kantoor ervan afzien de zaak (nog verder) te behandelen.
  6. Indien cliënt wordt bijgestaan op basis van een uurtarief zullen de gewerkte uren maandelijks worden gedeclareerd, tenzij geen of geen noemenswaardige werkzaamheden hebben plaatsgehad.

Artikel 9 | Aansprakelijkheid

  1. Het kantoor voert de werkzaamheden uit met inachtneming van de geldende gedragsregels van de Nederlandse Orde van Advocaten. Cliënt is hiervan op de hoogte en aanvaardt de gevolgen die hieruit voortvloeien.
  2. Iedere aansprakelijkheid van het kantoor is beperkt tot het bedrag dat in het betreffende geval door de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar wordt uitgekeerd, te vermeerderen met het eigen risico dat ingeval de toepasselijke verzekeringsovereenkomst voor rekening van kantoor komt.
  3. Voor zover de aansprakelijkheid niet door de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van het kantoor wordt gedekt, is aansprakelijkheid beperkt tot het bedrag van de declaratie(s) in de desbetreffende zaak, met een maximum van € 5.000,-.
  4. Het kantoor is niet aansprakelijk voor schade ontstaan doordat zij is uitgegaan van door of namens cliënt verstrekte onjuiste of onvolledige informatie/gegevens.
  5. Het kantoor is evenmin aansprakelijk voor indirecte schade, waaronder nadrukkelijk maar niet uitsluitend worden begrepen: gevolgschade, immateriële schade, vermogensschade en letselschade.
  6. Cliënt vrijwaart het kantoor tegen alle aanspraken van derden die verband houden met de door het kantoor ten behoeve van cliënt geleverde werkzaamheden.
  7. Het vorderingsrecht van cliënt vervalt binnen een jaar na het moment dat de feiten waarop de aanspraak gebaseerd is bij cliënt bekend waren of redelijkerwijs bekend hadden moeten zijn geweest.

Artikel 10 | Derdengelden

  1. Het kantoor heeft geen derdengeldenrekening en kan om die reden geen derdengelden ontvangen.

Artikel 11 | Klachten

  1. Het kantoor heeft een kantoorklachtenregeling. Deze is te downloaden op en te raadplegen via de website van het kantoor.

Artikel 12 | Geschilbeslechting

  1. Op deze algemene voorwaarden is het Nederlands recht van toepassing.
  2. Indien cliënt de klachtenprocedure bij de klachtenfunctionaris als bedoeld in de artikel 11 heeft doorlopen en de klacht niet tot tevredenheid van klager is afgehandeld, kan hij zijn klacht voorleggen aan de civiele rechter van de rechtbank Oost-Brabant.
  3. Het kantoor heeft daarnaast het recht om geschillen aan de bevoegde rechter van de woon- of vestigingsplaats van cliënt voor te leggen.

Heb je vragen over deze voorwaarden?

Neem contact op via elema@kimelemastrafrecht.nl.

In de wet staat dat je binnen twee weken na het instellen van het hoger beroep moet laten weten waarom je het niet eens bent met het vonnis. Doe je dit niet en kom je vervolgens ook niet op de zitting in hoger beroep? Dan wordt jouw hoger beroep niet behandeld.

In uitzonderingssituaties kan het hof buiten jouw aanwezigheid beslissen jouw zaak alsnog te behandelen, bijvoorbeeld als het de straf die je eerder opgelegd hebt gekregen veel te laag vindt. Als je je later toch hebt neergelegd bij het vonnis kun je het hoger beroep voor de zekerheid dus beter intrekken. Dat kun je doen zolang er geen (inleidende) zitting bij het hof is geweest.

Daarnaast moet je binnen twee weken na het instellen van het hoger beroep laten weten of je onderzoekswensen hebt. Doe je dat later? Dan gaat het hof terughoudender om met het toewijzen van verzoeken.

Wanneer kan de politie mijn rijbewijs invorderen?

De politie is (onder meer) in de hieronder genoemde gevallen bevoegd jouw rijbewijs in te vorderen.

  • Onder invloed van alcohol
    Je hebt een motorvoertuig bestuurd en hebt meer dan 570 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht geblazen dan wel jouw bloed bevatte meer dan 1,3 milligram alcohol per milliliter bloed. Ben je beginnend bestuurder? Dan liggen de grenzen lager en moet het gaan om meer dan 350 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht dan wel meer dan 0,8 milligram alcohol per milliliter bloed. Ook wanneer geen bloed- of ademonderzoek is gedaan maar wel een ernstig vermoeden bestaat dat je dusdanig veel alcohol op hebt, mag de politie het rijbewijs invorderen;
  • Weigeren mee te werken aan een onderzoek
    Je hebt een motorvoertuig bestuurd en hebt geweigerd mee te werken aan een bloed- of ademonderzoek. De achterliggende gedachte achter de invordering is dat het niet mag lonen om niet mee te werken. Er wordt dan vanuit gegaan dat je niet meewerkt omdat je kennelijk (veel) gedronken/gebruikt hebt.
  • Forse snelheidsovertreding
    Je hebt een motorvoertuig bestuurd en bent staande gehouden nadat je meer dan 50 km/u te hard hebt gereden. Reed je op een bromfiets? Dan mag de politie het rijbewijs al invorderen wanneer je meer dan 30 km/u te hard reed.
  • Gevaarlijk rijgedrag
    Je hebt een motorvoertuig bestuurd en hebt de verkeersveiligheid ernstig in gevaar gebracht.

 

Ook in andere gevallen kan de politie jouw rijbewijs invorderen. Als de politie netjes de wet volgt, wordt jouw rijbewijs dan alleen niet naar het Openbaar Ministerie, maar direct naar het CBR gestuurd. Als je met het CBR te maken hebt, is dat een bestuursrechtelijke maatregel en geen strafrechtelijke. Het heeft in dat geval geen zin om aan de officier van justitie te vragen het rijbewijs terug te geven of bij de (straf)rechter te klagen dat jouw rijbewijs is ingevorderd.

Gesubsidieerde rechtsbijstand (toevoeging/pro deo)

Wanneer je in aanmerking komt voor gesubsidieerde rechtsbijstand, betaalt de overheid gedeeltelijk of volledig de advocaatkosten. Je hebt hiervoor geen rechtsbijstandsverzekering nodig. De Raad voor Rechtsbijstand is het overheidsorgaan dat beoordeelt of je in aanmerking komt voor gesubsidieerde rechtsbijstand, ook wel een ‘toevoeging’ of ‘pro deo’ genoemd. De Raad kijkt daarvoor naar twee dingen:

  • Het soort procedure 
  • De hoogte van jouw inkomen en vermogen

 

Bij de veelvoorkomende strafrechtelijke procedures onder het kopje ‘strafzaken’ kun je per procedure terugvinden of de Raad voor die procedure (gedeeltelijk of volledig) de advocaatkosten wil vergoeden of niet. Staat de procedure waar je hulp bij nodig hebt er niet tussen? Neem dan contact op. Ik informeer je graag over de mogelijkheden.

Daarnaast wordt dus gekeken naar jouw inkomen en vermogen. De inkomens- en vermogensgrens vind je hier terug.